Aardappelterrine

Stap 1: aardappels koken

Kook de aardappels tot ze net gaar zijn. Laat ze een beetje afkoelen maar pel ze als ze nog warm zijn. Snijd de aardappels in de lengte in plakken van ca. 5 mm dik.

Stap 2: bedekken & pureren

Bekleed de terrinevorm met het katenspek. Leg de plakjes er zo in dat de bodem en de randen bedekt zijn en dat de plakjes over de rand hangen. Leg een laag van de grootste aardappelplakken op de bodem van de terrine. Bewaar genoeg aardappels om te eindigen met een laag boven op de vulling. Stamp met een pureestamper de rest van de aardappels tot puree.

Stap 3: vulling

Verwarm de oven voor op 160 °C. Maal in de keukenmachine de kabeljauwfilet. Roer de slagroom en de eieren door de vis en voeg daarna de aardappelpuree toe. Breng op smaak met zout, peper en bieslook. Verdeel deze vulling over de laag aardappelplakken in de terrine. Leg hierop de rest van de plakken aardappel.

Stap 4: vouwen

Vouw het overhangende spek over de terrine en leg bovenop de rest van het katenspek zodat de terrine helemaal afgesloten is. Leg de laurierblaadjes op de terrine. Dek de terrine af met een deksel of met aluminiumfolie. Bak de terrine 1 uur au bain-marie in de oven (zie tip). Verwijder de laatste 10 minuten het deksel of het folie van terrine.

Stap 5: afkoelen & serveren

Haal de terrine uit de oven en laat afkoelen. De terrine wordt steviger als deze onder een beetje druk afkoelt. Leg aluminiumfolie op de terrine en leg daar bijvoorbeeld een steen op of een plank waar weer iets zwaars op ligt. Snijd na het afkoelen de terrine in plakken. Serveer de terrine bijvoorbeeld met een koude tomatensaus.